Voor Altijd Eb
cultuurhistorisch onderzoek vertaald in twee korte verhalen met illustraties
Uit Voor Altijd Eb: “Precies zoals de vissen gezwommen hadden lagen ze op de zeebodem. Allemaal met hun kop één kant op.”
De twee korte verhalen Voor Altijd Eb en Honderd Jaar Zand gaan over het ontstaan van de Flevopolder. De verhalen zijn een verzameling van historische gebeurtenissen gebaseerd op een theoretisch onderzoek. De verhalen zijn bedoeld om de verbeelding van de historische gebeurtenissen
voorop te laten staan. De technische aspecten zijn verweven met persoonlijke ervaringen van betrokkenen. Hoe zag bijvoorbeeld de pas drooggelegde zeebodem eruit? Stonken de vissen? Hoe komen die bochten in de dijk?
Verhaal 1: Voor Altijd Eb
De aanleg van de Flevopolder was een tweestrijd tussen een geweldige technische prestatie van de Nederlandse ingenieurs en het verdwijnen van een levendige Zuiderzeecultuur. Deze tweestrijd wordt verteld door de ogen van een visserszoon die zijn weg naar de Rijksdienst bewandelt om mee te helpen bij de inpoldering tot groot ongenoegen van zijn vader. Als enige zoon breekt hij met de familiegeneraties van vissers en nog wel door de zee weg te pompen. Door de ogen van de visserszoon wordt duidelijk dat er in het tijdsbestek van één mensenleven de zee werd weggepompt, het land gecultiveerd, de steden gebouwd en mensen er zijn gaan wonen, werken en leven.
> Lees hier Voor Altijd Eb
Verhaal 2: Honderd Jaar Zand
Honderd Jaar Zand is opgezet als drieluik. Vanuit de ogen van drie historische figuren zijn hun dromen en ontwerpvisies in vertelvorm neergezet en verbonden, waar het ‘veraangenamen’ van het overwegend technische landschap van de Flevopolder centraal staat. De nadruk ligt op het ontstaan van het idee van de eerste vrouwelijke ingenieur van Nederland, Elze van de Ban, om strandjes buitendijks aan te leggen en zo harde kustlijnen te voorkomen en recreatie aan het water mogelijk te maken.
> Lees hier Honderd Jaar Zand
“Terwijl het riet afbrandde in de polder, stegen rookpluimen op en kleurde de witte was in Amsterdam zwart van het roet.”
“Het zeewater lag als een dunne zilverzijden lap over de zeebodem, glimmend door het maanlicht en zacht rimpelend door de wind. Het zijden vormde zich tussen de ribbels van wat nu alleen nog een verstilde nagedachtenis was van de ooit zo woeste golven. Af en toe zag je de huid van een spartelende vis glinsteren, zoals zeevonk de zee ‘s nachts kon laten flitsen wanneer het warm zomerweer was. Klaas kneep zijn ogen half dicht. Want als je door je wimpers keek, was het net alsof je de zee zag.”
2018
Voor Altijd Eb is tot stand gekomen tijdens een artist in residence voor StrandLAB. De korte verhalen hebben in 2019 verder vorm gekregen in een verhalenroute van negen zit- lig- en sta objecten op het Almeerderstrand. Zie hiervoor het project ‘De Strandwachters, een verhalenroute’.